Een bestuurder van een verplicht aangesloten bedrijf is wel degelijk hoofdelijk aansprakelijk voor achterstallige premie voor een medewerkster die ten onrechte bij het pensioenfonds is afgemeld, vindt het Hof Arnhem Leeuwarden : uitspraak ECLI:NL:GHARL:2019:543:
Het gaat om een medewerkster die van 1984 tot halverwege 2006 in dienst was, maar voor wie de werkgever vanaf 1996 geen premie meer betaalde. De medewerkster is daar niet van de op de hoogte. Omdat het bedrijf waar ze werkte onder de verplichtstelling valt, heeft ze recht op pensioenopbouw tot het einde van het dienstverband, ook al is daar geen premie voor afgedragen.
De kantonrechter wijst hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de hand. Die vindt dat de hoofdelijke aansprakelijkheid alleen geldt als een bedrijf geen melding van betalingsonmacht heeft gedaan én dit te wijten is aan de bestuurder. In dit geval is dat niet aan de orde, meent de kantonrechter. Er was geen sprake van betalingsonmacht. De bestuurder besloot simpelweg de medewerkster, zijn toenmalige echtgenote, af te melden bij het pensioenfonds om kosten te besparen.
In hoger beroep meldt de bestuurder wel dat zijn bedrijf al bijna aan de grond zat en dat hij om die reden zijn echtgenote afmeldde als deelnemer. Hij heeft toen verzuimd dit aan het pensioenfonds te melden. Een aannemelijke verklaring waarom hij heeft nagelaten de betalingsonmacht te melden geeft de bestuurder niet. Het hof weet zo genoeg: ‘Het voorgaande maakt al dat bestuurder aansprakelijk is voor de ten onrechte niet afgedragen pensioenpremies en werkgeversbijdrage’, aldus de uitspraak. BRON: PENSIOENPRO.NL
Commentaar
Artikel 23 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet BPF2000) schrijft voor dat, indien een onderneming niet in staat is de premie te voldoen, de onderneming betalingsonmacht meldt bij het fonds. Doet de onderneming dit niet, dan wordt de onderneming alsdan geacht de premie te kunnen voldoen. Is de premie niet voldaan, dan is (zijn) de bestuurder(s) hoofdelijk aansprakelijk voor de af te dragen premie. Heeft de onderneming wel betalingsonmacht gemeld, dan zal het fonds eerst kennelijk onbehoorlijk bestuur moeten aantonen eer er sprake kan zijn van hoofdelijke aansprakelijkheid. Naar onze mening een juiste beslissing van het Hof, de kantonrechter is in de uitspraak voorbij gegaan aan lid 4 van artikel 23 Wet BPF2000.
Is het een onderneming onbekend dat zij moet aansluiten, dan is zij ook niet in staat om betalingsonmacht te melden. Claimt een medewerker die pensioen had moeten opbouwen onder een verplichte aansluiting pensioen, terwijl hier geen premie voor is afgedragen, dan is hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurder(s) al snel onafwendbaar. Neem daarom geen onnodige risico’s en laat het BPF Expertisecentrum onderzoeken of uw onderneming verplicht is aansluiting te zoeken bij een bedrijfstakpensioenfonds.
Adviseur BPF & Initiatiefnemer BPF Expertisecentrum
Recente reacties